Geen wet country maar een wait country
Twee dagen waren we in Phulbari en hadden daar veel activiteiten. De dag van aankomst zijn we snel achterop de brommer naar de visvijver gereden. De eerste ervaring van Kees om op de brommer door het Bengaalse platteland te rijden. Nu begrijpt hij hoe heerlijk ik dat vind, want het is veel rustiger en wijdser en je ziet veel om je heen. De visvijver lag er goed bij en we zagen daar de zon boven het water zakken tot het donker werd. De visjes komen boven het water uit en zijn springlevend dus.
Op 23 december keek Kees zijn ogen uit, toen ik begon op het centrum met evaluaties van kinderen: hoe heeft men het bezoek aan het dagcentrum ervaren, zijn er veranderingen bij het kind en daarna een onderzoekje om te kijken hoe verder, met welke doelen en welke oefeningen. De meeste ouders zijn heeeel erg blij en zien vorderingen van hun kind. Ook voor ons zichtbaar natuurlijk. Dan is het leuk om te kijken hoe we meer stappen kunnen maken. Een paar ouders spraken hun zorg uit want hun kind ging niet zo vooruit. Dat klopte ook, want deze kinderen hebben een progressieve ziekte, of een neurologische aandoening die niet over gaat. Veel informatie is nog nodig voor ouders om uit te leggen dat de beperking op zich zal blijven, maar dat we zoeken naar mogelijkheden voor ieder kind individueel. En die zijn er zeker. Dit was ook een van de onderwerpen voor de ouderbijeenkomst die we vanaf 12 uur hielden.
Zeventig vaders en moeders waren er met hun kind, dus voor het centrum waren zeilen neergelegd waar de ouders met kinderen konden zitten (150 personen, wauw!). Vaak is er al veel informatie gegeven op ouderbijeenkomsten, maar toch wil men dan van mij graag uitleg horen. Over wat is een handicap, wat kun je er mee, waarom hebben we een centrum gestart en wat willen we bereiken. Zo had ik het ook voorbereid, net als in Mymensingh. Op het moment dat ik vroeg aan ouders om met ons te delen wat het betekent voor hun leven een gehandicapt kind te hebben, was men in eerste instantie heel verlegen. Als de moeders eenmaal durven dan komen de ervaringen los en dan breken ook de tranen rondom uit. Moeders vertellen hoe teleurgesteld ze eerst waren, maar erna de blijdschap van hun kind konden zien. Dat vertelde de moeder van Tjandira. Het mooie daarvan vond ik dat Tjandira op de eerste rij op haar knieën naar haar moeder stond te lachen en wijzen. Alsof ze trots was op haar moeder, zo n mooi moment vond ik dat! Ik wilde dat iedereen dat kon zien.
Kees zag een vader op de achterste rij zijn tranen wegvegen toen een moeder vertelde dat haar omgeving haar afwijst vanwege haar gehandicapte kind. Zij huilde, maar haar kleine kindje zat in de microfoon mee te doen, ik vond dat heel gaaf. Hij zat zijn geluiden te maken en moeder kon er haast niet boven uit komen, ha ha net alsof hij ( 3 jaar) wilde zeggen, ik ben er ook hoor en heb het naar mijn zin!
Na deze momenten waarop de ouders hun woordje deden, kon ik alleen maar zeggen: het is verdrietig om dit allemaal te horen, maar ik zie hier alleen maar geweldige kinderen voor me zitten en ik hoop van harte dat jullie dat ook allemaal zo zien.
We hadden natuurlijk ook wat luchtigere programma punten die de stemming snel deden omslaan. Zoals met dikke skihandschoenen de knoopjes van een overhemd dicht maken. Twee moedige moeders gingen de uitdaging aan en gaven niet op, grote hilariteit onder het publiek en bij de moeders, meteen was het weer een vrolijke drukke boel. Ook was er een parcours waar moeders geblinddoekt over heen moesten en een proefsessie. Helaas geen vader kunnen bewegen naar voren te komen, maar het was toch heel geslaagd. Met een maaltijd in een bakje mee, gingen de ouders weer naar huis met hun kind en het leek ons een geslaagde bijeenkomst.
Hierna gingen wij achterop de brommer op huisbezoek en Kees keek genoot van wat hij zag. Hoe mensen leven hier op het platteland, in welke huisjes, de koetjes in de keuken, de rijstoogst die bijna ten einde loopt, de theetentjes, de marktjes, de wijdsheid, de enorm slechte wegen….
De tweede dag deed Kees mee met het dagprogramma. Voor mij waren er weer kinderen om te evalueren, wat leuk dat moeders daar zo graag voor komen. Er waren goede ervaringen, maar helaas ook een meisje dat door een stofwisselingsziekte achteruit gaat. Toch komt moeder graag, want het meisje ervaart nog wel plezier op het centrum. Even later lag ze heerlijk in de hangmat te genieten! Gelukkig dat we haar dat nog kunnen bieden. Nu heeft Kees ook een indruk van ons werk.
Een omstander vroeg aan hem; hoe komt dit kind aan deze handicap. Hij zei: ‘Ik heb daar helemaal geen verstand van, meer van computers.’ ‘Nee,’ zei de moeder: ‘die vrouw is de dokter.’ Haha, dat ben ik niet maar zo noemen ze dat hier. Ze nemen automatisch aan dat Kees ook dokter is, vooral een die alles weet.
Na de lunch gingen we weer op pad, nu de andere kant op. Een enorme afstand reden we, wel een 40 minuten op de brommer. De kinderen die we bezochten, waren nieuw aangemeld en wij gingen kijken waar ze wonen. Nou, dat valt niet mee, die afstand te overbruggen, we gaan nog zien hoe dat moet. Moeder is jong en erg gemotiveerd, het kindje nog klein, dus het is belangrijk nu te starten met oefeningen. Kees trok veel aandacht van de omgeving. Waren we op bezoek dan kwamen er binnen de kortste keren hele groepen mensen bij de poort staan, twintig , dertig….. nieuwsgierige Bengalen.
Die avond namen we afscheid van het team en de familie waar we mochten logeren dit keer. We zouden met de trein naar het zuiden reizen, de nachttrein. Echter op het station aangekomen mochten we weer naar huis want de trein had 3 uur vertraging. Families lagen op het station te slapen, maar ik was blij dat we even terug konden, gezien de viezigheid op de straten hier. Toch is het goed gekomen met de nachttrein, we hadden er zowaar een bed en hebben goed geslapen.
In de ochtend arriveerden we in Khulna om daar op de boot te stappen voor een driedaagse tocht door de Sunderban. Daar was het mooi en goed, maar vooral veel water. Drie dagen op een bootje varen is best lang. Gelukkig mochten we drie keer per dag even in de jungle wandelen en een keer in de golf van Bengalen een vissersdorp bezoeken. Daar was een schoon strand en in het dorp droogden ze vissen, stokvissen zeg maar en die werd verkocht op de markt. Nu houd ik niet van vis en zeker niet van de lucht, dus was blij met een frisse zeewind. Het was echter heel bijzonder om te bezoeken en een leuke ervaring.
Inmiddels zijn we weer in Dhaka aangekomen na een rit met de bus van 15 uur, (6 uur te lang) en nu wachten we op een vliegtuig naar Cox Bazar, het beroemde strand van Bangladesh. Het vliegtuig vertrekt echter niet op de geplande tijd vanwege de mist, dus wachten wij………..
Mijn gezegde: ‘Bangladesh is lang wachten’ heeft Kees nu omgezet in ‘Bangladesh is geen wet country maar een wait country’ ( geen nat land maar een wacht land)…..
TIB ( this is Bangladesh)
Groetjes Ria