
Riksja’s staan klaar voor gebruik
Vandaag ben ik twee weken in Bangladesh, maar het lijkt al veel langer. Inmiddels is mijn koutje eindelijk een beetje overwonnen, gelukkig. De temperatuur hier is niet zoals ik gewend ben, het is nog koud met vaak mist en vooral veel wind. Ik heb drie stelletjes T- shirts met trui bij me, elke week een, dus na volgende week moet het warmer gaan worden anders begin ik weer met de eerste ongewassen set. Het huis waar ik logeer is voor Bengaalse omstandigheden best luxe maar voor mij wel wat inschikken. De gastvrijheid is fijn, het zijn lieve mensen en ik ben blij dat ik ergens veilig kan logeren. Er is een keukentje maar de hygiëne is niet OK, dus als ik iets wil maken ga ik eerst een plekje schoonmaken. Ook is er geen ruimte om was te drogen, dus dan maar niet wassen. Elke dag wel gekookt water voor een warme bucket shower, dat is wel HEERLIJK.

Actief dragen van het kind is goed voor moeder en kind
Elke dag heb ik een programma. Inmiddels heb ik van de CP-daycare kinderen al 45 kinderen gezien, samen met het team onderzocht en weer een plan voor het komend jaar gemaakt. Soms is het moeilijk omdat het kindje een zorgelijke gezondheid heeft, vaak is het heel hoopgevend en zijn er veel mogelijkheden voor ontwikkeling. Donderdag twee jonge dames (7 en 8 Jaar ) die naar school kunnen, dat is natuurlijk geweldig. Alleen is het wennen voor de moeders, die liever bij ons dagcentrum komen, want dat is veilig en vertrouwd.

De ouders krijgen instructie omtrent actief dragen van het kind
Maar nee……….. de meisjes moeten een kans krijgen op méér. Het is wel een goed teken en geeft weer wat het dagcentrum voor de moeders betekent. Ze vinden er veel steun bij elkaar en bij het team. De kinderen zijn zó leuk en soms ook lekker ondeugend. Een enkeling breekt de tent af en huilt alleen maar, omdat ze het eng vinden. Ik vind het wel ontzettend leuk werk. Bij een paar kinderen had ik zelf vragen en kon ik overleggen met de kinderrevalidatiearts in Nederland, want soms zijn er zeldzame beelden en dan wat te doen? Donderdag ook nog zo’n klein baby’tje van 8 maanden, echt een schatje! Het feit dat ouders snel komen is positief en ik wens hen toe dat de vroeghulp veel baat zal hebben.
Bij één jongen gaan we morgen iets nieuws doen, spannend. Hij heeft teveel beperkingen in zijn spieren om nog in de spalken te kunnen en te kunnen lopen. Nu geven we thuis in NL weleens ‘gipsredressie’ daarvoor. Dan krijgt hij twee weken loopgips en wordt hij na twee weken een beetje verder bewogen en weer in nieuw gips gezet. Ik hoop dat ik het duidelijk kan maken aan de instrumentmaker morgen. Als het lukt heb ik er nog een paar voor deze therapie. We gaan het proberen.

Op de bal actief maken
Er staan nog drie dagen training op het programma en daarvoor ben ik nu in voorbereiding. De mensen zelf hebben hun vragen gesteld en dat ben ik in mijn hoofd aan het uitwerken. Ik ga natuurlijk eerst kijken wat ze zelf kunnen bedenken, voordat ik met een oplossing kom. Bijvoorbeeld: wat doen we met een nieuw kind op het dagcentrum, hoe pakken we het

Op de bal actief maken
aan? Hoe kunnen we door middel van spel de ontwikkeling stimuleren? Wat doen we met agressief gedrag, wanneer hebben spalken zin; wanneer ‘s nachts en wanneer overdag.. En zo zijn er nog vele vragen gekomen. Ik vind het erg leuk als ik kan inspelen op wat er aan vragen leeft, maar heb ook al veel gezien waar ik over zou willen discussiëren. Het gaat dan bijv. om kijken wat er gebeurt als je een kind iets aanbiedt; even melden als je iets wegpakt; niet zes dingen tegelijk aanbieden zonder dat je ziet of kind het waarneemt of niet enz. Dat noem ik meestal sensitief kijken, maar het is natuurlijk gewoon weten waar je mee bezig bent. Het team is erg enthousiast en goed actief bezig. Dat is echt fijn.
Ook de dagen dat ik de dagcentra van de verstandelijk beperkte kinderen bezoek zijn erg leuk. Ik krijg dan de meervoudig beperkte kinderen aangeboden voor een onderzoekje en advies voor oefeningen. Hier ondersteunen we ook voor hulpmiddelen, zodat deze kinderen ook support in die vorm krijgen. In de middag zijn er dan altijd huisbezoeken en dat is een hele ervaring, op reis door de wereld van de Bengalen. Zien hoe de mensen leven in de kleine hutjes met beperkte middelen, vaak zo armoedig, onhygiënisch, soms heel schoon en verzorgd, maar wel heel klein.
Een theetje bij de tentjes op straat vind ik het leukste, de ketels op de kleiovens, zo gaaf en lekker. Ik heb zoveel respect voor deze mensen, dat ze hun leven leven en het ermee doen, echt geweldig. Dan voel ik me erg bevoorrecht met mijn leven in Nederland, evenals met de vrijheid van meningsuiting en positie van de vrouw. Ik weet dat die positie die wij nu hebben niet zonder slag of stoot is verkregen, maar hier is het nog ernstig gesteld met de positie van de vrouwen. Dat vind ik wel moeilijk te accepteren helaas. We proberen in ieder geval de moeders te steunen en ze samen sterk te laten zijn. Overigens waren er dit jaar wel een aantal lieve vaders bij de onderzoeken, dat is weer hoopvol.

Het leven op straat
In de laatste week in Mymensingh ga ik nog een keer naar de stationskinderen, natuurlijk. Daar heb ik leuke spelletjes voor bedacht die we een keer met de familie Schmitz deden tijdens een familiedag. Daar had ik halve regenpijpen voor nodig, doorgezaagd in de lengte zeg maar. Dat kan hier gewoon, iemand zaagt het met de hand voor je door, echt gaaf. Dan moeten diverse halve regenpijpen tegen elkaar gehouden worden en dan een bal doorheen rollen zonder dat hij eruit valt. Daar heb je wel even inzicht voor nodig en samenwerking, lijkt me een uitdaging voor ze. Ik ga het beleven. Eerst doe ik het op de teamtraining, dat wordt wel lachen denk ik.
Jullie kunnen lezen dat het hier prima gaat, ik ben lekker bezig en vind het weer fantastisch hier te kunnen zijn en te werken met deze prachtige kinderen.
Groetjes en liefs
Ria Schmitz
Fysiotherapeut
Voorzitter Stichting PhySCI